Wij hebben de vrijheid genomen om u geheel vrijblijvend deze brief te zenden. Het handelt over een ernstig conflict tussen de Rabobank, hun dochteronderneming Schretlen en S., woonachtig te Venray. Na door genoemde bedrijven te zijn geplunderd en beroofd, is een nu al jaren voortdurend juridisch en psychologisch gevecht ontstaan.
In 1959 zoekt S. als beginnend ondernemer toenadering tot de Rabobank om zijn financiële zaken daar onder te brengen. Als eigenaar van een gezond groeiend bedrijf komt gedurende de jaren voldoende geld vrij voor de toekomst van gezin en voorziening voor ‘oudedagsreserve’ (belegd in aandelen). Wetend dat deze zaken veilig gesteld zijn volgt op kleine schaal minder risicovolle belegging op de optiebeurs, short posities altijd gedekt door long posities, waardoor winstmarges niet spectaculair zijn, echter de verliezen blijven hierdoor ook beperkt van omvang. Tot midden van de jaren 80 blijft de plaatselijke Rabo vestiging alle transacties uitvoeren. In de loop van 1987 verzoekt S. om provisiekorting. Rabo ziet aanleiding volle dochter Schretlen te adviseren als tussenpersoon. Er worden afspraken gemaakt, (de directeur van Rabo was bij deze gesprekken aanwezig) dat het bedrijf hoe dan ook buiten deze beleggingszaken moet worden gehouden. Door de wijze waarop de directeur van de Rabobank de firma Schretlen aanbeveelt, geniet deze het volste vertrouwen van S. De waarde van de aandelen positie bedraagt op 3 augustus 1987 ongeveer f. 500.000=.
DAN BREEKT DE HEL LOS.
De totale periode waarin Schretlen heeft gehandeld bedraagt minder dan 4 maanden. Met een gemiddeld verlies van f. 20.000=. per dag, ziet Schretlen kans om het positieve bedrag om te buigen in een bedrag van ruim f. 900.000=. Verlies van ruim f. 1.400.000=. Na deze onmenselijke teleurstelling en na diverse rechtszaken is S. in een tot op heden durend juridisch en psychologisch gevecht met de Rabobank geraakt. Een aantal medewerkers van Rabobank hebben zich hierbij bepaald niet van hun beste zijde laten zien. Zo ook Schretlen: Na een bezoek van Schretlen en de directeur van RABO aan het bedrijf in 1987 is hen duidelijk gebleken dat er voldoende financiële middelen waren voor het uitvoeren van hun vernietigende strategie. Dit terwijl door de directeur en S. was vastgesteld dat het bedrijf nooit enig risico mocht lopen in de beleggingen. Helaas, het veilige gevoel van de toch aanwezige financiën lokte Schretlen tot de meest waanzinnige en zinloze transacties puur gericht op provisie. Het netto resultaat bedroeg f. 20.000=. gemiddeld verlies per handelsdag! Met als hoogtepunt f. 1.214.000=. te weinig niet geboekte marginplicht, en f. 1.238.000=. onderdekking op de betaalrekening. Dan de klachtencommissie optiebeurs: betiteld als zijnde “onafhankelijk”. Echter deze commissie nam alle uitspraken, alle leugens en verdraaiingen van feiten zonder slag of stoot voor waarheid aan, en oordeelde Schretlen f. 400.000=. Schuldig. Het resterende verlies, rond f. 1.000.000=. was voor de leek, die op de ingehuurde deskundigheid vertrouwde. Deze gekochte uitspraak zou bindend zijn. Uit angst voor de latere dreigingen met faillissement aanvragen door Rabobank Nederland zijn de nog in bezit zijnde financiën met medeweten van de belastingdienst legaal verwijdert, en voorziet S. momenteel van een A.O.W.uitkering minus 4% (belasting maatregel) in zijn levensbehoefte. Voor de overgang naar Schretlen had ook de Rabobank marginplichten. Hierover heeft de rechter nooit
eerder geoordeeld. Het begrip en doel van margin werd S. pas na de Schretlen catastrofe bekend. Nooit eerder is over marginplicht, zowel mondeling als schriftelijk mededeling gedaan. Doel van dit schrijven: De persoon treffen die deze zaak kan en wil aanpakken, en communiceren over het gebeurde. Verjaringstermijnen zijn steeds tijdig gestuit. Wij zijn graag bereid u nadere informatie te verstrekken. Hartelijk dank.